I. Voorbereidende werkzaamheden
1. Kies pruimen: Kies pruimen die rijp zijn, maar niet overrijp. Rijpe pruimen hebben een volle schil, heldere kleuren en zijn licht zacht, maar toch elastisch als je ze perst. Vermijd pruimen met zachte plekken of beschadigingen, aangezien dit het droogeffect en de kwaliteit van het eindproduct beïnvloedt.
2. Was de pruimen: Spoel de geselecteerde pruimen af onder stromend water om stof, vuil en resten van pesticiden te verwijderen. Je kunt de schil voorzichtig scrubben met een zachte borstel voor een grondige reiniging.
3. Ontpit de pruimen: Snijd de pruimen doormidden met een mes en verwijder de pitten voorzichtig met een lepeltje of een ontpittool. Probeer het vruchtvlees intact te houden tijdens het ontpitten, zodat de pruimen gelijkmatig verhit kunnen worden tijdens het drogen.
4. Voorbehandeling: Week de ontpitte pruimen 10 tot 15 minuten in water met citroensap. Dit voorkomt dat de pruimen oxideren en verkleuren tijdens het droogproces en zorgt ervoor dat hun heldere kleur behouden blijft.
II. Instellingen van de dehydrator en droogproces
1. Verwarm de dehydrator voor: Verwarm de dehydrator voor op 55 - 60°C van tevoren. Door voorverwarmen komen de pruimen snel in een geschikte droogomgeving terecht nadat ze in de droogoven zijn geplaatst, waardoor een gelijkmatig droogeffect wordt gegarandeerd.
2. Schik de pruimen: Leg de voorbehandelde pruimen gelijkmatig verdeeld over de trays van de voedseldroger. Zorg ervoor dat de pruimen elkaar niet overlappen, zodat elke pruim volledig in contact kan komen met de hete lucht. Dit kan het droogproces versnellen en gelijkmatiger laten drogen.
3. Droogtijd en temperatuurregeling: Stel de temperatuur van de dehydrator in op 55 - 60°C en begin met drogen. De droogtijd is ongeveer 18-24 uur, maar de daadwerkelijke tijd varieert afhankelijk van de variëteit en grootte van de pruimen en het vermogen van de droogoven. Controleer tijdens het droogproces de droogstatus van de pruimen elke 3-4 uur. U kunt de kleurverandering van de pruimen waarnemen. Wanneer de kleur van de pruimen donkerder wordt, het volume aanzienlijk afneemt en het oppervlak droog en taai wordt, geeft dit aan dat het droogproces goed verloopt. Druk tegelijkertijd zachtjes op de pruimen om hun textuur te voelen. Als ze taai aanvoelen en er geen duidelijke waterdoorsijpeling is, zijn ze bijna droog.


III. Nabehandeling na het drogen
1. Koelen: Nadat het drogen is voltooid, haalt u de pruimen uit dedroogmachineen plaats ze in een goed geventileerde ruimte om op natuurlijke wijze af te koelen. Tijdens het afkoelen wordt het vocht in de pruimen gelijkmatiger verdeeld, waardoor de smaak consistenter wordt.
2. Bewaren: Nadat de pruimen volledig zijn afgekoeld, doe je ze in een afgesloten bakje of plastic zak. Bewaar ze op een koele en droge plaats, uit de buurt van direct zonlicht. De gedroogde pruimen die op deze manier zijn verwerkt, kunnen enkele maanden worden bewaard en kunnen op elk gewenst moment worden geconsumeerd.
Geplaatst op: 9 mei 2025